terug van weg geweest


terug van weg geweest 1.0

teruggekomen van ergens anders vandaan; opnieuw aanwezig; weer terug
Het werkwoordelijke deel van bovenstaande verbinding kan worden opgevat als een combinatie van het bijwoord weg met het voltooide deelwoord van zijn, of, en dan aan elkaar geschreven, als het voltooide deelwoord van de samenstelling wegwezen.

Algemene voorbeelden


Bruinvis in de zuidelijke Noordzee: terug van weg geweest. Zelfs voor de meest verstokte landrot zal het geen nieuws zijn dat de bruinvis terug is in de Lage Landen. Het aantal meldingen in ons deel van de Noordzee neemt de laatste jaren explosief toe.

http://www.zoogdiervereniging.nl/sites/default/files/imce/nieuwesite/Publicatie%20fotos/Zoogdier/downloads/Zoogdier_17_2_BruinvisInDeZuidelijkeNoordzee.pdf,

terug van weg geweest 2.0

opnieuw aanwezig doordat iets weer gangbaar of gebruikelijk is geworden of terug in de mode is gekomen

Algemene voorbeelden


Varens zijn terug van weg geweest. Ooit waren varens erg populaire kamerplanten, maar stilaan geraakten ze wat uit de mode. Ze werden zelfs een tijdlang als wat oubollig beschouwd. De jongste jaren winnen ze weer veld: zowel in dure klasserestaurants als in riante woningen kom je ze terug volop tegen.

De Standaard,

In de industriebouw is het gebruik van metalen daksystemen reeds decennia ingeburgerd maar ook bij residentiële constructies zijn de metalen daken blijkbaar terug van weg geweest.

http://www.dakweb.nl/rb/98-2/98-2-8.htm,